JOHNNY BURGIN & Special Guests - NO BORDER BLUES

Er is een goede reden waarom Johnny Burgin zichzelf nu The Worldwide West Side Guitar Man noemt in plaats van Rockin' Johnny, een bijnaam die hij al decennia lang heeft. Hij is echt een man van de wereld. Als je twijfelt, luister dan eens naar zijn nieuwe album "No Border Blues", dat werd opgenomen in de Fukuda Studio in Osaka en in de Delmark's Riverside Studio. Het album is het resultaat van een idee dat Johnny in 1996 begon te ontwikkelen, toen hij voor het eerst naar Japan reisde in het gezelschap van Dr. Ken Kawashima en de akoestische bluesman Sugar Brown, en dat hem even later zou koppelen aan een tiental top bluesmannen en -vrouwen uit Japan. Burgin groeide op in Starkville, MS en Greenville, SC. Zijn vader, die een acteur en folk muzikant was, leerde hem gitaar spelen. Burgin studeerde even aan de universiteit van Chicago, want hij wou schrijver worden, maar hij belandde al snel in de Chicago Blues Scène. Zijn eerste stappen in deze grote wereld was om steun te geven aan Chicago's blues vocalist Taildragger. Later toerde hij met zowel Pinetop Perkins als Sam Lay. Hij werkte ook samen met onder andere Eddie C. Campbell, Jimmy Dawkins, Eddie Shaw, Little Arthur Duncan, Jimmy Burns en Eddy Clearwater.  Door de jaren is Johnny Burgin een zeer gerespecteerd bluesmuzikant in Chicago en heeft zo’n beetje met alle grote artiesten die de stad kent in de studio en op het podium gestaan.

Zelf debuteerde Burgin in 1998 met "Straight Out Of Chicago". Na achtentwintig jaar in Chicago te hebben gewoond vertrok Burgin naar de zonnige West Coast van Californië waar hij in 2015 "Greetings From Greaseland" opnam, een album genoemd naar de studio van Kid Andersen in San Jose waar de plaat is opgenomen. Hij werd tevens ook genomineerd voor een BMA  voor ‘Best Traditional Blues CD’ van 2017 voor zijn bijdrage in het album "Howlin' at Greaseland", een Howlin' Wolf eerbetoon. Datzelfde jaar verscheen zijn album "Neoprene Fedora" voor West Tone Records. Begin 2019 verscheen het album "Dos Hombres Wanted" met harpist Quique Gomez voor het VizzTone Label. En alles kwam toen wel in een stroomversnelling wanneer Burgin met zijn Rockin' Johnny Band samen met zanger Jimmy Burns op de Blue Mondays optraden in de Smoke Daddy in Chicago’s Wicker Park en Delmark Records hem wederom een contract aanbood. Zijn "Live" album dat later in 2019 verscheen was dus zijn terugkeer naar zijn geliefde Delmark label. Hetgeen op zich alleen maar in zijn voordeel is, want door de betere distributie mogelijkheden van Delmark Records zijn deze live opnames voor een veel breder publiek beschikbaar. Hetgeen we nu ook kunnen zeggen van "No Border Blues", Burgins eerbetoon aan de gepassioneerde Japanse blueswereld.

Johnny Burgin speelt in een stijl die invloeden put uit Otis Rush, Jimmy Dawkins, Eddie Taylor en anderen en heeft een grote aanhang opgebouwd in zowel Europa als Azië, waarbij hij geboeid raakte door het lokale talent dat hij onderweg ontmoette. "No Border Blues" bevat dan ook bijdragen van verschillende nieuwe vrienden die Burgin tijdens die reis naar Japan heeft gemaakt en nog drie andere tournees die volgden. Hij wordt hier vergezeld door zijn vaste ritmesectie - Stephen Dougherty (drums) en Chris Matheos (bas) - die alleen te horen zijn op het nummer "Two Telephones", waarvan de opname in de VS gebeurde, en voor de andere songs bestaat de line-up uit Nacomi Tanaka (gitaar en zang), Minoru Maruyama en Yoshi Mizuno (gitaar), Lee Kanehira (piano en zang), Kotez, Kaz Nogio en Iper Onishi (harp en zang), Yoshimi Hirata en Hironori "Zee" Yanaga (bas), Fumiko Maejima, Ataka Suzuki en Takagiman (drums). Het album bevat 11 songs, met een mix van originelen en bekende covers die zowel in het Engels als in het Japans worden gebracht. Vrees niet. Het geluid dat ze produceren is zo sterk en zo traditioneel Windy City, dat je zou zweren dat het uit het hart van de West Side komt en gebracht wordt door enkele van de beste muzikanten die Amerika te bieden heeft.

Opener is Carey Bell's "One Day You're Gonna Get Lucky" en bevat Onishi op harp en zang boven op een al te bekend ritmepatroon, voordat Johnny het overneemt voor een cover van Elmore James' "Sunnyland", geholpen door krachtig harpspel van Kaz Nogio, die de zang verdubbelt met Kanehira - die haar tijd verdeelt tussen Chicago en haar thuisland - voor een langzame en rauwe bewerking van Tampa Red's "So Crazy About You", waarbij iedereen vecht om het meest achter de groove te spelen, waardoor de melodie een authentiek bluesgeluid en gevoel voor drama krijgt. Het tempo versnelt in  Burgin's originele rocker, "Hurry Up Baby," gebracht door Tanaka. Fans van de klassieke Chicago piano zullen Lee Kanehira's originele "Pumpkin's Boogie" geweldig vinden. Beide dames behandelen de teksten in vlekkeloos Engels voordat Kotez de leiding heeft in Little Walter's "I Just Keep Loving Her", dat de ondertitel "Mada Sukinanda" meekreeg, en meteen het eerste liedje is dat in het Japans wordt uitgebracht. Kotez zijn wervelende aanval op harp zou de meester doen glimlachen, maar hij bewijst vooral het wereldwijde karakter van de blues.  Aan de ene kant heb je een blueszang in een andere taal, die op de een of andere manier zinvol is voor degenen onder ons die geen Japans spreken. Teksten zijn belangrijk, maar er is ook veel te doen met het sentiment achter de woorden. Tegelijkertijd is het harmonicawerk van Kotez alles wat je zou kunnen wensen. Blijkbaar is de mondharmonica, in tegenstelling tot Esperanto, een universele taal.

Burgin verzorgt de zang voor de volgende drie nummers: een traditionele kijk op John Brim's "Rattlesnake" - die voor het eerst het licht zag op Checker in 1953, zijn eigen compositie, "Old School Prayer" - met dat heerlijke old-school gevoel, en "Two Telephones" - een obscure B-kant cover van Bobby King. Afsluiten doen ze met het instrumentale "Samurai Harp Attack", met zomaar drie harmonicaspelers, en "Sweet Home Osaka", een herwerkte versie van de Robert Johnson klassieker, "Sweet Home Chicago", waarbij schijnbaar iedereen op het album meedoet voor de pret. Nacomi Tanaka zingt hier met Burgin en laat de meest bluesy stem op het album horen, de perfecte afsluiting. De blues is de thuisbasis van velen, dus zelfs als Burgin en Tanaka de namen van Japanse steden vermelden, is de boodschap meer dat de blues overal aanwezig is. Burgin en zijn band breken geen nieuwe wegen in maar Burgin's stem en gitaar zijn steeds solide. Hij geeft zichzelf de ruimte om te pronken met zijn old-school spullen, maar hij heeft ook een aantal topklasse Japanse bluesartiesten uitgekozen om zijn visie tot leven te brengen en ervoor te zorgen dat we ze kunnen horen. "No Border Blues" is daardoor een leuk album geworden met sterke optredens en prachtige songs, waarvan de meeste covers zijn. Een slim albumconcept, maar geen openlijk concept: het enige wat je hoort is blues.

 

 

Artiest info
Website  
 

label: Delmark Records

video